retrospect Vietnam

12 augustus 2017 - Mui Ne, Vietnam

Zaterdag 12 augustus

Een luierdagje. Morgen reizen we naar Ho Chi Minh City terug, maandagnacht vertrekt ons vliegtuig dus we kunnen het er alleen vandaag nog van nemen. 

Dat biedt ook tijd voor wat reflectie. Wat is Vietnam een prachtig land, een schitterende natuur die enorm veelzijdig is. De laagvlakten in het zuiden, de heuvels in het noordwesten, de 'tanden' in het noordoosten en de hoogvlakte rondom Dalat zijn allemaal op hun eigen manier prachtig om te zien. Er is nog veel onbedorven natuur alhoewel er ook veel grond in gebruik is voor landbouw van diverse soorten. Alhoewel China met name de Mekong-rivier behoorlijk geknepen heeft qua wateropbrengst, lijkt er ruim voldoende water te zijn en zien de gewassen er, ondanks de temperatuur, prima uit.

Het land vervuilt wel enorm. Rondom huizen, in de steden maar ook langs de wegen zie je enorm veel afval liggen, met name plastic en blik. De Vietnamezen zijn gewend geweest om alleen maar met natuurlijke materialen te werken. Heb je je banaan op dan gooi je de schil van je af. Die gewoonte is gebleven maar de omstandigheden veranderen. Er wordt steeds meer verpakt materiaal gebruikt en die verpakkingen gooit men ook van zich af, met een onbeschrijflijke puinzooi als gevolg.

De Vietnamezen zijn een bijzonder vriendelijk volk. Wel met Aziatische inslag. Als je het niet weet, zeg je 'ja'. Op alle plaatsen waar wij geweest zijn hebben we ons veilig gevoeld en zijn we hartelijk ontvangen. Natuurlijk zijn er de straatverkopers die je aanschieten, maar die moeten ook wat verdienen en na één of twee keer "no thank you" snappen ze het wel. En aanraken doen ze je niet. Wanneer ze je niet verstaan wordt het lastig. Zoals die taxichauffeur die ik meerdere keren vroeg om te stoppen, die 'yes' zei maar ondertussen gewoon doorreed.

Het zijn bezige bijtjes, de Vietnamezen! Ook een oncommunistisch fenomeen. Je ziet wel straatvegers en zo en er is politie op straat, maar enorm veel mensen met eigen handeltjes. Op straat struikel je over de fruitverkopers, eettentjes (gewoon op de hoek van de straat bij een stoplicht) en andere kostwinners. En dan heb je de ondernemers op de brommer. Niet alleen de mensen die hun brommer als vervoermiddel gebruiken voor alles van gasflessen tot levende varkens, maar we zagen rijdende fruitwinkels, bloemenstalletjes, eettentjes op een aanhanger tot zelfs een brommer met daarop gemonteerde suikerspinmachine. Je moet het maar bedenken! En laat ze maar lopen; we hebben twee bedelaars gezien in vier weken tijd. Dat zegt ook wat.

Het niveau van het Engels hier is heel divers. Sommigen spreken heel behoorlijk Engels met een flink accent. In het begin is dat wennen maar daar gaat het best goed. Er zijn ook mensen die het wel proberen maar waar bijna niets van te maken is. Ik denk dat die mensen dat zelf ook vervelend vinden. Dat zal vast te maken hebben met het onderwijs. De meeste Vietnamezen, in ieder geval in de steden, gaan naar de lagere school, het merendeel naar de middelbare en bijna niemand gaat studeren. Ondanks het communistische regime moet er voor opleidingen betaald worden en dat geld is er vaak niet, met name op het platteland. Natuurlijk zijn er ook mensen die het niet eens proberen, zoals de serveersters in een restaurant in Hanoi waar we waren. Die deden dan ook heel vervelend en praatten over onze hoofden heen in het Vietnamees.

De verschillen tussen arm en rijk zijn groot en worden groter. In Ha Long zagen we de huisen die gebouwd worden door de steenkolen-bonzen... prachtig! Maar het is wel de minderheid. Veel meer mensen wonen in stenen huizen en ook hebben we rijen en rijen golfplaten hutjes gezien door het hele land. 

Over het algemeen doet het noorden georganiseerder, opgeruimder, ruimer aan dan het zuiden. Dat heeft mogelijk zijn oorzaak in de Franse overheersing. In ieder geval hebben de Fransen hun invloed gehad op de bouwstijl van bijvoorbeeld Hanoi als je kijkt naar de ruime opzet brede boulevards en de bouwstijl.

De infrastructuur ontwikkelt. Verkeer van noord naar zuid is nog tijdrovend door slechte wegen, allerhande verkeer door elkaar en het gebrek aan duidelijke regels. Maar in en rond de grote steden zie je betere wegen en moderne bruggen. Die steden zijn ook qua bebouwing bijzonder om te zien. Tussen alle laagbouw verrijzen ineens allemaal torens. Dat hebben we in Da Nang en Hanoi heel sterk kunnen zien. Die hoogbouw staat met name in Da Nang nog heel verspreid. In Hanoi staat het allemaal wat dichter bij elkaar, of misschien is het gewoon al meer volgebouwd. 

Verspreid over het land zie je ook grote spookgebouwen. In het verleden begonnen buitenlandse bedrijven joint-ventures voor de bouw van resorts. Nadat met de bouw begonnen was bleken de Vietnamezen dan andere ideeën over prijzen te hebben en werd de bouw stilgelegd. Zo kwamen we vandaag ook weer langs een compleet resort waarvan het betonnen casco staat maar de gevels zijn niet dichtgemaakt. En dat blijft dan staan want niemand steekt er geld in om het te slopen.

Al deze dingen maakt Vietnam een bijzonder land om doorheen te reizen, met een diverse bevolking en een divers landschap.