Mai Chau

4 augustus 2017 - Mai Chau, Vietnam

Vrijdag 4 augustus

Gisteren hebben we een tour besproken waarvan nog niet duidelijk was of die door kan gaan. Als het te hard regent is het te gevaarlijk in de bergen. Bij het ontbijt is het allemaal nog een beetje vaag, eerst kan het niet en daarna toch weer wel. Dus even na negen uur staat gids Tien weer klaar om ons mee te nemen.

We gaan vandaag een trek door de bergen doen. Dat zullen we weten! We beginnen met wat slingerwerk op de bodem van de vallei, dus allemaal vlak. We komen door een dorpje waar een mevrouw zit te weven aan een weefgetouw. De kids mogen ook even proberen en het is niet zo makkelijk als het lijkt. De vrouwen hier maken op hun weefgetouw de prachtigste dingen. Onze kinderen maken vinden het maar lastig om met handen en voeten tegelijk te weven.

Tegenover de weef-mevrouw wordt een nieuw huis gebouwd. De mensen uit de  buurt komen daarbij helpen en zo wordt in korte tijd een nieuwe paalwoning neergezet.

Als we verder lopen beginnen we te stijgen, en flink ook. We lopen over het pad waarover ook de koeien naar boven gaan en de producten van boven naar beneden gedragen worden. Het is onbegrijpelijk dat hier koeien naar boven kunnen komen eigenlijk. 

Terwijl we naar boven lopen ontvouwt zich het ene na het andere vergezicht over de vallei, elk uitzicht weer even fantastisch. Groener dan het groenste groen wat je je voor kunt stellen, wolkenflarden tegen de bergwand, hier en daar zie je vrouwen met kleurige kleding aan het werk in de rijstvelden. Er is niets te horen behalve je eigen voetstappen op de nattige grond en het geluid van de krekels, wat hier een onafgebroken gefluit lijkt. Het is minimalistisch en overweldigend tegelijk.

We gaan bij een boerenfamilie in hun huis kijken. De vrouw des huizes neemt Anne-Lieke op schoot en houdt haar zo stevig vast dat we ons afvragen of we haar wel terugkrijgen. Deze mensen wonen zomer en winter in hun bamboe-huis. Aan de ene kant de kookhoek, bij de andere muur slapen ze. Naast het huis staan de koeienstal en kippenhok en de achtertuin is de bananen-boomgaard. Eens per week gaan ze met de bananen naar de markt en kopen wat spulletjes die ze nodig hebben. In ieder geval tabak want de boer lurkt stevig aan zijn waterpijp.

Hoger gaat het en we komen langs een baksteenbakkerij. De diepere gedachte achter het vestigen van zo'n industrie op een bijna onbereikbare plaats ontgaat mij volledig. Hier wordt de rode klei opgegraven en in baksteenvormen gedaan. Zo drogen ze gedurende tien dagen. Als de klei gedroogd is gaan de stenen de oven in. Een overdekte voorplaats van tien bij twintig meter waar duizenden stenen tegelijk in afgebakken kunnen worden. En dan moeten ze naar beneden. Hoe dat gedaan wordt zien we niet.

De lokale buffels nemen het er overigens lekker van. Al die klei-afgraverij levert een flink gat in de grond op wat met al die regen vol water stroomt. Daar liggen de beesten tot hun nek in het water om af te koelen.

Nog hoger gaan we en we komen ineens weer rijstveldjes tegen. Hier woont een boer in zijn eentje. Hij is veertig jaar en heeft een vrouw en kind in het dal. Op zondag gaat hij naar de markt met zijn waren en blijft dan tot maandag beneden bij zijn vrouw. Daarna vertrekt hij weer naar boven om te werken. Hij heeft een visvijver, rijstveldjes, sinaasappelbomen, citroenbomen en kippen. Geen electriciteit, geen tv of internet, het enige wat we aan vermaak zien is zijn waterpijp. Ik krijg aangeboden om even te proberen en sla beleefd af.

Dit soort boeren hebben geen gemakkelijk leven maar toch zijn deze mensen met zo weinig tevreden! Het is ontroerend om te zien dat dit gewoon nog bestaat!

We trekken weer verder en het wordt nu echt wel klauteren over de rotsen. Wat doen de kinderen dit goed! Het is een genot om te zien hoe ze achter gids Tien aan klimmen alsof vermoeidheid niet bestaat. Ze knopen gesprekjes met hem aan in het Engels. Anne-Lieke loopt ieder moment dat dat kan naast hem zonder angst, schroom of andere terughoudendheid.

Voordat we op het hoogste punt van de trek zijn begint het aardig te regenen. We begrijpen waarom deze tour niet gemaakt kan worden met regenachtig weer; de rode kleipaden waarover we lopen worden akelig glad. Bovendien blijft die klei ook aan onze schoenen plakken. Na tien stappen heb je complete klei-klompen aan! Gelukkig wordt de regen even later wat minder.

Hoe hoger we komen hoe mooier de uitzichten en doorkijkjes. Hier komen geen auto's en zelfs geen brommers, we komen geen andere mensen tegen dan locals die aan het werk zijn, we horen alleen de natuur om ons heen. We zien ook prachtige vlinders waarvan er zelfs eentje onverstoorbaar wel een minuut op Sandra haar rugzak blijft zitten. Niets heeft hier haast, er is tijd voor alles.

Als we weer aan het dalen zijn regent het even hard en komen er echt dikke druppels naar beneden. We vluchten een husje in. Tien grijpt een kapmes en hakt zes bananenbladeren uit de boom die we als paraplu gebruiken. Bananenbladeren worden manshoog en zo'n 50 cm breed, dat zijn heel behoorlijke parapluutjes!

We zijn inmiddels behoorlijk nat en onze onderbenen en schoenen zitten vol rode modder. Als we naar een woning toe lopen waar we zullen gaan lunchen schamen we ons een beetje voor hoe we er uit zien. We worden hartelijk ontvangen door Tien zijn oma en opa van in de zeventig. Samen met zijn moeder hebben ze een maaltijd klaargemaakt. Rijst, groenten, kip, vis, springrolls, er is echt van alles. We eten er met zijn zessen van maar krijgen er geen groot gat in geslagen, er is zoveel. We voelen ons bezwaard vanwege alle moeite die gedaan is maar troosten ons met de gedachte dat dit eten betaald wordt uit het geld wat wij betalen en dat deze mensen nu nog een aantal dagen te eten hebben op onse kosten.

Na het eten krijgen we kussentjes uitgereikt met de mededeling dat we nu even 20 minuten kunnen gaan slapen. 's Lands wijs, 's lands eer en tot onze eigen verbazing strekken wij ons met zijn vijven uit op de bamboemat en vinden het best even lekker om zo uit te rusten na de maaltijd.

Natuurlijk komt er daarna ook weer het moment dat we verder moeten. Met nog twee uur lopen voor de boeg nemen we dankbaar afscheid van opa en oma en lopen we naar beneden het dal in. We lopen langs scholen, door dorpjes, over smalle paadjes tussen de rijstvelden. Inmiddels voelen we onze benen wel. Als we terug zijn bij het hotel lijkt het erop alsof ook Tien, die steeds onvermoeibaar voor ons uitgelopen heeft, de pijp wel leeg heeft.

We hebben er twintig kilometer op zitten vandaag, en niet allemaal even makkelijke kilometers. We zijn blij om te kunnen zitten en tegelijkertijd zijn we zo trots op onze meisjes die ook deze dag zonder mopperen of klagen weer volbracht hebben. Zo goed gelopen, gegeten, genoten! Een dag uit duizenden!

Foto’s

2 Reacties

  1. Jolyde:
    4 augustus 2017
    Wat mooi! Wat een kanjers zijn jullie allemaal!
  2. Michael:
    5 augustus 2017
    Wat maken jullie mooie en leerzame tochten. Erg leuk om daar een stukje van mee te krijgen.