Van Hanoi naar Mai Chau

3 augustus 2017 - Mai Chau, Vietnam

Donderdag 3 augustus

Om kwart over zes is iedereen al wakker terwijl de wekker pas om half zeven staat. Dus we beginnen maar met aankleden en zo. Na ontbijt en checkout wachten we op vervoer naar Mai Chau.

Om half negen worden we uit de lobby opgehaald en gaan we de bus in. De bus stopt onderweg twee keer, een keer voor een plas-/drink stop en een keer een fotostop die heel toevallig bij een aantal verkoopstalletjes plaatsvindt.

Deze keer hebben we een bijzonder correcte buschauffeur. De meeste taxichauffeurs hebben tenminste twee telefoons bij zicht en gebruiken die gewoon gedurende het rijden. Ook op de brommer kun je tegelijkertijd rijden, roken en appen. Maar deze chauffeur stopt iedere keer in de berm als zijn Celine Dion ringtone afgaat en gaat dan bellen. 

Terwijl we op de snelweg rijden (een echte, met klaverbladen en zonder zebrapaden) stroopt het verkeer even op. Oorzaak? Vier koeien hebben zich geïnstalleerd op de linkerbaan en er is niemand die vondt dat ze weg moeten. Het verkeer rijdt er omheen en de koeien blijven lekker in de schaduw van het viaduct liggen!

Vervolgens gaat het bijna mis. Inhalen is hier een bijzondere onderneming. Je gaat gewoon naast degene rijden die je in wilt halen en wacht tot je er grotendeels voorbij bent, en dan stuur je naar rechts. Degene die je zojuist grotendeels ingehaald hebt gaat een stukje naar rechts. Als je geluk hebt komt er gedurende deze tijd geen tegenligger. Komt die er wel, dan toeter je om de tegenligger te laten weten dat hij er niet langs kan.

De verkeersregels zijn hier, tenminste volgens de Lonely Planet, voornamelijk dat er geen regels zijn. Het grootste voertuig heeft voorrang en je mag overal rijden waar het past. Inhalen mag links en rechts. Auto's rijden links en brommers rechts maar als een auto een andere auto in wil halen doet hij dat rechts, dus via de brommerbaan. Tenminste vaak, want als je even te lang op de brommerbaan blijft word je dan weer links ingehaald.

Zebrapaden zijn er ook. Een zebrapad is er voornamelijk om automobilisten te laten weten dat zich hier voetgangers groeperen die met minachting voor hun eigen leven aan de andere kant van de straat gaan proberen te geraken. Van enige voorrang voor die voetgangers is geen sprake, ook niet als het verkeerslicht op rood staat en/of het voetgangersverkeerslicht op groen. Dat voetgangersverkeerslicht staat overigens meestal maar aan één kant van de straat zodat je soms naar de overkant tuurt en soms je nek verdraait om het licht boven je te zien.

Anyway, dat inhalen dus... ook op smalle bergweggetjes kun je hier gewoon inhalen. Waar wij dat beslist niet zouden wagen wegens geen zicht begint een chauffeur hier gewoon met inhalen en ziet daarna wel of hij zijn toeter nodig heeft op zijn tijdelijk geclaimde weghelft.

En toen wij dus onderweg waren met de bus kwam ons in een scherpe bocht een inhalende touringcar tegemoet! En die toeterde, dus het paste niet. Uiteindelijk reden we met de bus in het gras naast de weg. De touringcar had gewonnen!

Aangekomen in de Mai Chau vallei wordt ons verteld dat het dorpje waar wij verblijven niet per bus bereikt kan worden. We worden geacht uit te stappen bij het hotel dat de bus regelt en kunnen dan kiezen: lopen naar het eigen hotel of met een e-car van het hotel weggebracht worden, uiteraard tegen betaling. Het zijn inderdaad hele smalle weggetjes waar we over rijden. Toch wordt het nog fraaier want op enig moment stopt de bus, de chauffeur schakelt in de achteruit en rijdt achterwaarts de zijstraat in die naar het hotel voert. Het is hier kennelijk zo smal dat er niet gedraaid kan worden.

Ons hotel is zo'n anderhalve kilometer lopen. Voor 50.000 Dong kunnen we de e-car nemen. Dat is bijna twee euro. Makkelijke keuze dus. Een e-car blijkt een zespersoons golfcart te zijn. De meisjes vinden het prachtig en we zijn er binnen een paar minuten.

Als we er dan zijn staat er vlak bij het hotel een bus geparkeerd. Huh? Tja als we de hoofdweg 100 meter verder gevolgd hadden, was ons hotel wel per bus bereikbaar geweest. Maargoed, dan hadden we niet een vrijwillige bijdrage aan de lokale economie geleverd natuurlijk.


Ons hotel heeft vier kamers, met een met gras begroeid balkon wat geflankeerd wordt door palmen. Je zit hier laag dus geen uitzicht over de vallei maar het is echt een groene oase.

We lunchen bij het enige restaurant in de buurt. Daarna gaan we onder begeleiding van gids Tien (Tie-jèn) een fietstocht van een paar uur maken. Op wat krakkemikkige fietsen peddelen we over betonplaatjes, gravelwegen en zandpaden. Eerst naar zijn oma waar we op thee getracteerd worden. Terwijl we thee drinken heeft de koe genoeg van gras eten en begint zich tegoed te doen aan het lekkers in de moestuin. Hilariteit alom! 

We mogen het huis van oma bekijken. Het is een traditioneel huis met beneden een keuken en de stallen. De rest van het huis staat op palen. De bovenverdieping bestaat uit een verrassend grote ruimte met een vloer van balken met daar overheen bamboe matten. Het veert dus enorm en eerst ben je  bang dat je er doorheen zakt. Maar het is stevig genoeg. 

Er is slechts één grote ruimte en er zijn geen kamers. In twee hoeken zien we iets wat op matrassen lijkt. Er wonen zes mensen in dit huis en het blijkt dat 's avonds de matrassen te voorschijn worden gehaald en die worden dan ergens in de ruimte neergelegd. De ramen zijn gaten in de muren, niet voorzien van glas. De wind kan door de bamboe matten op de vloer waaien maar het dak is dicht. 

Tien woont niet meer bij zijn oma maar woont ernaast. Opa en oma wonen in het huis, Tien zijn moeder woont er maar die gaat steeds twee maanden achtereen naar Hanoi om daar te werken. Zijn vader is overleden. En dan woont Tien zijn zus er nog. Die zien we met een dreumes zitten en dan hebben we er al vijf. Tien komt overigens nog wel iedere dag bij zijn oma thuis eten, zelf kookt hij niet. Komt in de beste families voor hoor :-).

We bekijken beneden de stallen waar de varkens staat, de plaats waar het dierenvoer gekookt wordt, de stal van de os die nu buiten is en de plaats waar de kippen overnachten. Er lopen hier echt overal kippen, de meeste met kuikens. Dieren worden gehouden om op te fokken voor de slacht. Als je varken, koe of kip vet genoeg is neem je 'm mee naar de markt en verkoop je het. Eerder hoorden we dat je dan je koe slacht, neemt wat je zelf nodig hebt en de rest verkoopt. Tien zegt dat het dier geheel naar de markt gaat en dat ze zelf los vlees op de markt kopen.

Na de thee en huisbezoek fietsen we verder door het dal. We worden gegroet en nagekeken. Blonde meisjes op de fiets zijn bij ons normaal maar hier niet bepaald! We gaan kijken bij de lokale markt waar van alles te koop is. Het lijkt wel een combinatie van de Action en een poelier en viskar. Je kunt alles kopen van levende vissen en dode honden tot babydoekjes. Allemaal aangevoerd door locals uit eigen kweek of productie, of vanuit andere plaatsen aangevoerd.

Na de markt fietsen we door het dal terug. We stoppen om te kijken bij een mevrouw die haar akker verzorgt en we verbazen ons over hoe ingenieus de watervoorziening van de vele rijstakkers werkt, waarbij rijstakkers van vers stromend water voorzien worden, wat nadat het over de akker gelopen is ook weer opgevangen en naar de volgende akker geleid wordt.

Om half zes zijn we terug, op tijd om op het dakterras van het hotel te genieten van de zonsondergang en een virgin pina colada.

Dit is het Azië uit de boekjes, het verstilde boerenland waar veel dingen nog gaan zoals ze al decennia of misschien wel eeuwen gaan. Dit is waar we naar op zoek waren. Natuurlijk stikt het hier ook van de brommers en hebben de mensen tegenwoordig televisie en een koelkast, maar daar doorheen is de rust en eenvoud van het leven hier nog heel duidelijk aanwezig.

Foto’s

2 Reacties

  1. Jolyde:
    3 augustus 2017
    Wat een mooi verhaal weer!
  2. Debby:
    4 augustus 2017
    Wat een mooie groene omgeving zijn jullie nu! En geweldig ook die fietstocht. Zo te lezen zijn jullie nog steeds enorm aan het genieten, blijf dat vooral doen! :)